Ik heb bij de HEMA gesnuffeld en grote bollen (425 gram) van dik garen gevonden, geschikt voor naalden van 10 mm dikte. Het patroon vermeldt 20 bollen van 50 gram voor een damesmaat, met mijn 4 bollen zal ik dus ruimschoots uitkomen.
Dit garen is 100% acryl maar juist daardoor lekker zacht, en de beoogde ontvanger van de trui vindt dat dus helemaal prima. Maar als je liever met wol breit kan dat natuurlijk ook, je moet dan alleen even wat verder zoeken.
De patroonaanwijzingen (hier te vinden) geven aan
dat je 51 steken moet opzetten.
Ik besef dat ik opzetten hier nog nooit heb uitgelegd; dat zal ik dan nu maar eens doen.
Om je eerste steek op de naald te zetten begin je met een schuifknoop:
Maak een lus in je garen, leg deze over de werkdraad heen, en schep met je breinaald de werkdraad tussen de lus door. Als je nu beide draden voorzichtig aantrekt, heb je je eerste steek gemaakt.Met Werkdraad bedoelen we altijd de draad die van je breiwerk naar de bol loopt, en waar je dus mee werkt. De andere draad is het losse eind (in het Engels TAIL genoemd). Dat is dus de draad die in het rechtse plaatje de knoop vormt.
Het is verstandig om deze schuifknoop op de juiste afstand van het eind van het garen te maken; het losse eind heb je namelijk nodig om de rest van de steken op te zetten. Dat hangt dan altijd weer af van het aantal op te zetten steken en ook van de dikte van je garen en naalden.
Bij de 51 steken die ik voor mijn maat op deze dikke pennen moest opzetten bleek ik ongeveer 2 meter 'los eind' nodig te hebben!!!!!
Neem nu je breinaald in je rechterhand, en het garen links.
De twee einden van het garen houd je in je handpalm, en daarna steek je duim en wijsvinger van je linkerhand van boven naar onder, midden tussen de draden door en spreid ze. Let er daarbij op dat de werkdraad over je wijsvinger loopt, en het losse eind over je duim.
- steek de naald van onder naar boven onder de buitenste duimdraad
- schep van boven naar onder de werkdraad op
- breng de naald met werkdraad en al weer terug onder de duimdraad door (dezelfde weg terug als je in stap 1 hebt genomen)
- trek beide draden voorzichtig aan.
Je hebt je eerste steek opgezet.
Mocht je dus Large gaan breien, ga dan door met opzetten tot je in totaal 55 steken hebt.
We beginnen nu aan de boord.
De boord wordt in principe gebreid in enkele boordsteek, dus gewoon 1 recht, 1 averecht.
Er zijn echter even twee puntjes om op te letten:
1. De eerste en laatste twee steken zijn steeds hetzelfde, dus 2 recht of 2 averecht. Op deze manier heb je later ruimte om de naad mooi dicht te maken.
2. We gaan beginnen met een TERUGGAANDE naald, (anders krijg je de bobbeltjes van het opzetrandje aan de voorkant en dat vinden we over het algemeen minder mooi). Daarom beginnen we de eerste naald boordsteek die we gaan breien met 2 AVERECHT, en daar eindigen we ook mee.Alle eerste en laatste steken worden gewoon gebreid.
In het patroon wordt naald voor naald beschreven wat er precies in die naald moet gebeuren. Naald 1 is de opzetnaald, naald 2 is de eerste te breien (en dus teruggaande) naald, Bij naald 3 tm 8 wordt vermeld te breien zoals de steken zich voordoen.
Daarmee wordt bedoeld dat je kijkt wat voor steek er ONDER de te breien steek te zien is. Zie je een V-tje, dan moet je weer een V-tje maken en brei je dus een rechte steek; zie je een bobbeltje, dan moet je weer een bobbeltje maken en brei je dus een averechte steek.
En voor alle duidelijkheid: als je t/m naald 8 moet breien in dit boordpatroon, betekent dat dus 7 naalden, want de opzet gold als naald 1.
Nadat je dit gedaan hebt ziet je werk er ongeveer als volgt uit:
Volgende keer verder!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten