zaterdag 10 januari 2015

WARME TRUIENDAG - RUGPAND

En ... is het iedereen gelukt om het voorpand tot een goed einde te brengen??
Ik ben zó benieuwd of er mensen zijn die hieraan meedoen en plezier hebben van mijn aantekeningen!
De mijne ziet er zo uit: beetje vierkant lijkt me zo, de breedte in relatie tot de lengte. Maar je moet natuurlijk altijd maar afwachten hoe het eruit komt te zien als het gedragen wordt.
En ik heb zelf nog geen informatie over afmetingen kunnen ontwaren waaraan ik kan controleren of ik op het juiste spoor zit.
Dus we houden de moed erin en vertrouwen op de goede afloop. Wil je de trui echt langer, dan brei je -zoals ik in de vorige post al heb vermeld- gewoon nog een paar extra naalden tricot over alle steken voordat je aan de armsgaten / V-hals begint.
Eén ding moet gezegd: op pennen 10 schiet zo'n trui wel gigantisch op!!!



Ik ben dus alweer dapper begonnen aan het achterpand.
Hiervoor moeten we opeens 4 steken minder opzetten dan voor het voorpand. Dus 47 voor de maten S/M en 51 als je L breit.
Voor de boord gelden dezelfde aanwijzingen als bij het voorpand. Maar daarna begint het interessant te worden. Het achterpand van de trui wordt versierd met twee verschillende decoratieve motieven.
De illustratie van Gebroken Boordsteek uit mijn boek

Wat je het eerst tegenkomt is de Zandsteek. Ik heb natuurlijk mijn bibliotheek er even op nageslagen, maar wat daar onder de titel Zandsteek verschijnt is toch iets anders (en wat bewerkelijker) dan we hier gaan doen. Het motief waar we hier mee te maken hebben is eigenlijk meer een gebroken boordpatroon. En daar hebben we alleen maar recht en averecht voor nodig.
In het patroon wordt de zandsteek met woorden omschreven:
Naald 1 (heengaande naald): alle steken recht
Naald 2 (teruggaande naald): 1 recht, 1 averecht

En dit is het breischema dat erbij hoort: 

 Dit motief krijg je aan de rechtkant van het rugpand. In mijn trui ziet het er zo uit:

Het motief aan de linkerkant zullen veel mensen spannender vinden: de kabel over zes steken.

Het breien van kabels vraagt enige koelbloedigheid, omdat er een extra breinaald(je) aan te pas komt, en je dus opeens met drie naalden zit te hannesen. Maar verder breien we nog steeds 1 steek tegelijk, en die is bij een kabel ook altijd recht.
Wat we in feite doen bij een kabel, is de volgorde van de te breien steken veranderen. Het aantal steken dat de kabel moet vormen wordt in tweeën gedeeld, en die twee groepjes ruilen van plaats. Je breit dus eerst de tweede helft van de steken (in de oorspronkelijke volgorde) en daarna pas de eerste helft. Oftewel bij een kabel over 6 steken brei je eerst steek 4, 5 en 6, en daarna pas steek 1, 2 en 3.
En dat hoeft ook niet elke naald, je doet dat alleen de 6e keer dat je langs die plek komt.
Nu is het lastig om steek 4 van de kabel te breien als steek 1, 2 en 3 nog op je linkerbreinaald staan. En op je rechterbreinaald kun je ze ook niet gebruiken. Daarvoor zijn de kabelnaaldjes uitgevonden.

Kabelnaaldjes zijn in verschillende uitvoeringen te koop, zoals je hiernaast kunt zien. Plastic of metaal, verschillende vormen, verschillende diktes. Het is een beetje persoonlijk wat je het prettigst vindt werken. Maar je hoeft niet perse meteen naar de winkel te rennen. Je kunt ook bijvoorbeeld een losliggende rondbreinaald gebruiken, of een uit elkaar gebogen reuzepaperclip. Alles waar je de steken aan de ene kant kunt opzetten, en aan de andere kant er weer van af breien zonder dat de steken er in de tussentijd vanaf vallen. Een (grote) veiligheidsspeld voldoet dus niet want die kun je maar vanaf 1 kant benaderen.


Kabelen is dus niet echt moeilijk maar je moet er even handigheid in ontwikkelen.
Je kunt zelf kiezen of je de steken rechtstreeks van de kabelnaald af breit of dat je ze liever eerst (in de oorspronkelijke volgorde) terugzet op de linkerbreinaald. Kijk in ieder geval altijd even of het eruit komt te zien zoals de bedoeling is.

Op de terugweg brei je alle steken weer gewoon zoals ze zich aandienen (behalve in het zandsteek gedeelte natuurlijk).
Hier zie je mijn kabeltjes:

Nog een laatste opmerking: Brei je Large dan heb je 4 steken meer dan de beschrijvingen per naald. Mij lijkt het het mooiste om deze 4 extra steken te verdelen: brei 2 steken meer van het 'zandpatroon' en 2 steken meer van het middenpanel in tricotsteek.

NB: op 31 januari kreeg ik van Emke de volgende vraag: 
Ik ben nu bij het achterpand bij rij 61 en volgens mij klopt daar iets niet want als je alle steken incl de afkantingen en het samenbreien in het patroon optelt, kom je op 44 steken in totaal terwijl er t/m naald 60 nog 47 zijn. 
Ik ben het maar eens uit gaan zoeken, en het blijkt dat voor deze regel het Word document en het PDF document verschillende aanwijzingen geven. In het Word document ontbreken drie rechte steken.
Dit is wat er in het Word document staat: 
61.           3afk - 2r - 2sam - 23r - 1av - 6r - 1av - 2sam - 4r
3 + 2 + 2 + 23 + 1 + 6 + 1 + 2 + 4 = 44 steken

In het PDF document staat deze regel als volgt omschreven: 

61.           3afk - 2r - 2sam - 23r - 1av - 6r - 1av - 3r -2sam - 4r = 47
Dat klopt dus beter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten