vrijdag 27 maart 2015

DE BREILAP VAN OMA LENA (20)


De trouwe lezers die hier regelmatig terugkomen om met de breilap van Oma Lena mee te doen, zullen intussen wel weer nieuwsgierig zijn naar het vervolg.
Daar komt ie dan.
Zo zit hij op de rol (de bovenste van deze twee motieven maar dat hoefde ik er niet bij te vertellen toch?
In mijn stekengids komt niet precies hetzelfde motief voor, maar wel een die erop lijkt. Die heet Dubbel Opengewerkte Rib, maar daarin is de verdeling tussen recht en averecht precies andersom als in ons motief. Toch lijkt dat ook voor dit motief wel een passende naam.
Je ziet dat het breedte verschil met ons vorige motief behoorlijk is. Het vorige motief had de neiging
uit te dijen, de ajourbanen die we nu gaan doen hebben juist de neiging erg in elkaar te trekken.
Bij deze breilap hoort het verhaal dat hij als een soort stekencatalogus werd gebruikt als er een trui voor een kind of kleinkind gebreid ging worden, Mocht je iets dergelijks ook van plan zijn, dan is het dus wel belangrijk om rekening te houden met de eigenschappen van je motief, anders kom je soms voor onaangename verrassingen te staan. Het aantal steken zegt niet alles.
Om te beginnen heb ik het motief van vandaag maar eens flink uit elkaar getrokken. Dan krijg je dit:
Hieraan zie je al een beetje beter hoe het in elkaar zit. 
Om het echt zeker te weten heb ik eerst eens naar de achterkant gekeken, dat ziet er zo uit:
Ik stel meteen al vast dat we (op de achterkant gezien) kolommen van 2 rechte steken hebben, en er verdwijnen telkens drie rechte steken van  de achterkant van het averechte tricotgedeelte in het tussenmotiefje. De motiefherhaling is dus 5 steken. 
Volgens mijn laatste berekeningen hadden wij het vorige blaadjesmotief met 23 steken gewerkt. Ik tel bij ons huidige motief (op de achterkant maar weer even) 3 kolommen van 2 rechten, 4 tussenmotieven met gaatjes (elk 3 steken breed) en daar buiten nog de randen, ook elk 2 steken breed.
(3x2)+(4x3)+(2x2)= 22 steken. Er moet er dus weer eentje worden weggesmokkeld in de eerste naald.
Zo te zien zijn de laatste twee steken samengebreid. 

We compenseren in dit ajourmotief elk gaatje (omslag) direct met een mindering. Het speelse effect ontstaat doordat de mindering beurtelings aan de linker- of de rechterkant van het tussenmotief komt, en eveneens komt het gaatje beurtelings voor of na de mindering. Kijk maar:

Hoe gaan we dit nu realiseren?
Naald 1: Kantsteek, 1 averecht, *omslag, overhaling, 2 averecht*, herhaal van * tot * nog 3 maal. (Brei de de eerste keer de laatste twee steken averecht samen.)
Naald 2 en alle teruggaande naalden: Kantsteek, brei alle steken zoals ze zich voordoen, brei de omslagen averecht.
Naald 3: Kantsteek, 1 averecht, *1 recht, overhaling, omslag, 2 averecht*, herhaal van * tot * nog 3 maal
Naald 4: zie naald 2
Herhaal naald 1 tm 4 nog 7 maal. Het minderen van de laatste steek doe je nu uiteraard niet meer, want je hebt intussen het juiste stekenaantal. 

Aan het begin van deze post had ik het over het in elkaar trekken van dit stekenmotief. Dat komt bij ajourmotieven erg vaak voor. En dat is natuurlijk jammer van alle moeite die je doet om die mooie gaatjes te breien. 
Dat is de reden dat het juist bij ajourwerkstukken belangrijk is om je werk als het klaar is, eerst op te spannen. Of zoals tegenwoordig vaak wordt gezegd te blokken. Deze term komt uit het engels (to block) en heeft het oernederlandse opspannen intussen bijna geheel verdrongen.
Opspannen houdt in dat je je werkstuk door en door nat maakt (eventueel met een piepklein drupje wolwasmiddel om de vezels te ontspannen), en in de juiste afmetingen op een gladde ondergrond vastspeldt. Daarna rustig laten drogen, de wolvezels wennen zo aan hun nieuwe status en je werkstuk wint enorm aan uitstraling. Hieronder zie je welk effect zoiets heeft op een gewoon recht lapje in tricotsteek (beide voorbeelden geleend van internet)
En hier is een voorbeeld van een meer kant-achtig werkje:
Als ik zelf weer eens zover ben dat er serieus geblokt moet worden, zal ik daar hier uitgebreid verslag van doen. 
Wel is het belangrijk om te weten dat vooral wollen vezels van deze behandeling profiteren. Het effect op een breiwerkje met een hoog acrylgehalte is veel minder spectaculair.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten