Een week die behoorlijk gevuld was met afspraken voor mijn ECHTE werk, met diverse muziekafspraken en de daarvoor benodigde voorbereiding, en natuurlijk ook met van alles in verband met deze uit de hand gelopen hobby.
Om te beginnen is deze Mòbius sjaal onderweg naar zijn nieuwe eigenaar in Frankrijk.
En de dame in kwestie heeft meteen een tweede exemplaar besteld in de kleur roze, dus hier ben ik ook maar snel aan begonnen:
Het begin is altijd een flink gepruts maar met een extra rondbreinaald in dezelfde dikte wordt het toch wel iets makkelijker. Inmiddels heb ik alweer genoeg speelruimte om het met een enkele naald af te kunnen. Mijn projectje voor onderweg is dus voor de komende tijd duidelijk!
Ook was er op een Facebookgroep waar ik lid van ben vraag naar het breien van projecten waar de belangstellenden zelf niet de vaardigheden voor hadden. Zo begin ik vanavond aan een baret-achtig mutsje voor een kleuter, en hoor ik dit weekend of een andere opdracht doorgaat of niet. Leuk wel, dit!!
De verdere plannen krijgen steeds meer vorm. In december twee workshops Kerstballen. Een brei versie en een haak versie. In januari starten 2 nieuwe cursussen
- voor beginners-af: wanten op de rondbreinaald;
- voor gevorderde sokkenbreisters: siersokken vanaf de teen omhoog. Het ontwerp zit al in mijn hoofd maar moet nog even getest worden. En met al die opdrachten kom ik daar nog niet direct aan toe.
KANTSTEEK
Nog iets anders. In het begin van de serie artikelen over de breilap heb ik al kort de Kantsteek genoemd. Teruglezend lijkt het me dat ik daar nog wel wat duidelijker over kan zijn.
Kantsteken maken we eigenlijk voor de mooi. Het hangt dus van het werkstuk af, en van de plek van je zijkant in het werkstuk, of een kantsteek wenselijk is of niet.
Als de zijkant van je onderdeel later door middel van een naad aan een ander onderdeel moet worden vastgemaakt, is een kantsteek niet alleen onnodig, maar zelfs onwenselijk. Een kantsteek heeft een iets andere hoogte dan de rest van je steken, dus maakt hij je naad onregelmatig in plaats van onzichtbaar.
Als de zijkant van je onderdeel uiteindelijk zichtbaar blijft (bijvoorbeeld als kraag, als rand van een knopenbies, of gewoon de zijkant van een sjaal) is een kantsteek vaak mooier. Het is een manier om de onregelmatigheid van de draadomslag te verdoezelen.
Aan de linkerkant alle steken gebreid, Kantsteken aan de rechterkant |
Dus ... als je laatste steek van de vorige naald een averechte steek was, zat de draad op dat moment aan de voorkant van het werk. Nadat je de volle naald weer in je linkerhand hebt genomen en het werk dus gedraaid is, zit deze draad aan de achterkant van het werk. Daar blijft hij ook, terwijl je de eerste steek afhaalt.
Dit kan nogal verwarrend werken, omdat ik hierboven heb gezegd dat je averecht moet insteken; je bent dan misschien geneigd om de draad naar de voorkant te halen. Maar nee dus, die blijft waar hij is, aan de achterkant. Wanneer je draad eventueel toch naar voren moet komen omdat je averechte steken moet gaan maken, doe je dat gewoon NA deze eerste steek.
Als je laatste steek van de vorige naald een rechte steek was, ligt de draad dus na het keren van je werk aan de voorkant. Ook nu haal je de eerste steek af zonder te draaien (de draad blijft aan de voorkant); wanneer je daarna een rechte steek zou willen breien gaat de draad pas NA de eerste steek naar de achterkant van het werk.
Met andere woorden, de draad gaat nooit buitenom naar de andere kant, altijd binnendoor.
Op deze manier krijg je aan de zijkant (zelfkant) van je werk een kolom prachtige V-tjes, die elk twee naalden hoog zijn; je maakt er immers 1 per twee naalden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten