DE BREILAP VAN OMA LENA ( 13)

Na onze gebruikelijke 4 naalden averechte tricotsteek wordt het tijd voor het volgende stekenmotief: een blaadjesmotief.
Deze zijn er in talloze vormen.Een korte speurtocht in mijn stekengidsen levert al de volgende voorbeelden:

 Het basisprincipe is hetzelfde bij alle versies: er wordt gemeerderd en een aantal naalden later weer geminderd. Hierdoor krijgt
het blaadje niet alleen breedte maar komt het ook een beetje los van de (averechte) achtergrond, je maakt als het ware relief. Zowel het bijmaken van steken als het wegwerken ervan kan op verschillende manieren en op verschillende plaatsen gebeuren.

In ons klassieke voorbeeld ziet het er zo uit:

De meerderingen aan de onderkant van de blaadjes worden gevormd door omslagen (ajour dus) aan de buitenranden in drie achtereenvolgende heengaande naalden. In de daarop volgende heengaande naalden worden de extra steken weer weggeminderd. Zuiver wiskundig zou je een ruit maken, maar doordat het textiel is en de randen een beetje meegeven wordt de illusie van een blaadje best goed in stand gehouden.
Eén ding weten we dus nu al: het aantal steken gaat per naald variëren, dus als je steken wilt tellen moet je goed weten op welk moment in het patroon je dat doet anders raak je ernstig verontrust!

Een motiefherhaling begint met 5 steken. We doen 5 herhalingen en hebben aan weerskanten nog steken over voor de kanten. Totaal 29 steken.

Naald 1: 1 kantsteek, 3 averecht, *1 omslag, 1 recht, 1 omslag, 4 averecht* . herhaal van * tot * nog 4 maal. (39 steken)
Naald 2 en alle teruggaande naalden: brei alle steken zoals ze zich voordoen; de omslagen worden averecht gebreid.
Naald 3: 1 kantsteek, 3 averecht, *1 omslag, 3 recht, 1 omslag, 4 averecht* . herhaal van * tot * nog 4 maal.  (49 steken)
Naald 5: 1 kantsteek, 3 averecht, *1 omslag, 5 recht, 1 omslag, 4 averecht* . herhaal van * tot * nog 4 maal. (59 steken)
Naald 7: 1 kantsteek, 3 averecht. *overhaling, 3 recht, 2 st.samenbreien, 4 averecht*. herhaal van * tot * nog 4 maal. (49 steken)
Naald 9: 1 kantsteek, 3 averecht. *overhaling, 1 recht, 2 st.samenbreien, 4 averecht*. herhaal van * tot * nog 4 maal. (39 steken)
Naald 11: 1 kantsteek, 3 averecht. *dubbele mindering (1 steek afhalen,2 st recht samenbreien, de afgehaalde steek overhalen), 4 averecht*. herhaal van * tot * nog 4 maal. (29 steken)

Herhaal deze 12 naalden nog 2 maal en sluit af met 4 naalden averechte tricotsteek.

We zijn met 29 steken begonnen, en na naald 11 zijn we weer terug op dat aantal. Alleen naald 12 wordt dus daadwerkelijk over 29 steken gebreid.

Ik moet even terugkomen op deel 10 van deze serie. Daarin had ik het over druppelmotief of eiffeltorentjes motief, namen die ik toen zelf bij elkaar had gefantaseerd.
In mijn stekengids uit 1983 staat hij echter keurig beschreven als Torensteek, en zo zullen we het voortaan dus maar blijven noemen!



En hoewel nog nooit iemand heeft gereageerd op het brei-raadsel, blijf ik het proberen.
Wie weet wat dit wordt?