vrijdag 9 mei 2014
DE OMSLAG NADER BEKEKEN
Vorige week heb ik beloofd dat ik zou terugkomen op de extra omslag die we gebruiken in het maken van gaatjespatronen.
Deze omslag zorgt ervoor dat het gaatje ontstaat. Tussen twee bestaande steken wordt ruimte gemaakt waar in de volgende naald op wordt doorgebreid.
Eerst iets over de normale steek. Goed beschouwd is breien niets anders dan een spiraal van draad om je naald heen wikkelen. Insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden. Het omslaan gaat altijd dezelfde kant op: onder de naald door naar voren, over de naald heen naar achteren. Door het insteken en doorhalen komt er telkens 1 steek aan je spiraal te hangen op de plek waar de draad onder langs de naald naar voren komt. En ook als je averechte steken maakt, wikkelt die spiraal nog steeds in dezelfde richting door. Wanneer je eens goed kijkt naar je naald met steken,
zul je zien dat alle steken een piepklein beetje schuin op de naald staan. Het voorste pootje (dus het deel van de steek dat zich aan de voorkant, jouw kant, van de naald bevindt) staat een piepklein beetje meer naar rechts dan het achterste pootje. Dit is waar mijn mantra : voorste pootje rechts vandaan komt.
Tot zover. Terug naar de omslagen voor de gaatjes. Je hebt in feite weer een wikkeling van die lange spiraal nodig, alleen hangt er geen steek aan de onderkant. Wanneer je het zou vergelijken met de wijzers van de klok, moet je dus voor een gewone omslag eenmaal de klok rond of, meer wiskundig gezegd, een draai van 360 graden. Tenminste, als je voor en na de omslag dezelfde steek breit. En dat blijkt dus niet altijd het geval, dat hebben we bij het Eikeltjesmotief kunnen constateren.
In feite zijn er vier combinaties mogelijk: recht - omslag - recht (ROR); averecht - omslag - averecht (AOA), recht- omslag - averecht (ROA) en averecht - omslag - recht (AOR).
Bij ROR en bij AOA gaat de draad na de omslag weer terug naar de uitgangspositie en heb je dus inderdaad één maal extra de klok rond gedraaid.
Wanneer je een ROA gaat breien, zou je eigenlijk eerst de draad tussen de naalden door naar voren moeten halen (ongeveer vijftien minuten op de klok) en daarna nog een volledige ronde voor de omslag; vijf kwartier op de klok. Je hebt op de klok een grotere afstand afgelegd, dat wil zeggen dat je voor deze omslag meer garen gebruikt en bijgevolg een groter gat hebt gemaakt.
Wanneer je een AOR gaat breien, begin je met je draad voor, zou je om de spiraal in stand te houden bovenlangs naar achteren moeten (45 minuten) en vervolgens nog een extra omslag maken; totaal 7 kwartier op de klok. Een veel groter gat. Echt niet mooi.
De tussenoplossing die ik (en ik niet alleen) daarvoor gebruik is dus eigenlijk een beetje smokkelen.
Voor een AOR en een ROA nemen we éénmaal de weg bovenover, en niet meer dan dat. We leggen dan op de klok een afstand van 45 minuten af, dat is niet helemaal even groot als een heel rondje, maar komt er het dichtste bij van alle mogelijkheden, en biedt ook een symmetrisch aanzicht (de omslag wordt bij ROA even groot als bij AOR). Voor de rest is breiwerk flexibel genoeg om alles vanzelf recht te trekken.
Het enige nadeel is dus die pootjes kwestie. Wanneer je bij de ROA je draad bovenover naar voren brengt, ga je echt tegen de richting van je spiraal in. En produceer je dus in feite een steek met het rechterpootje achter.
Wanneer je in de volgende naald die steek weer tegenkomt en zonder erbij na te denken insteekt in het voorste pootje (dat dus aan jouw kant op de naald ligt maar wel het meest naar links) zou je daarmee die omslag juist weer dicht trekken en is al je moeite dus voor niets geweest. Het is dus zaak om op dat punt even op te letten. Je kunt als je wilt eerst deze steek even omdraaien op je naald zodat hij weer in de juiste richting ligt, met het rechter pootje voor, of als je die handigheid al hebt, direct insteken in het achterste pootje. Dat is namelijk het rechterpootje dat je normaal gesproken altijd pakt.
Omdat we tot dusver in deze aflevering nog maar weinig plaatjes te zien hebben gekregen, laat ik even zien waar ik nu mee bezig ben. Het gaat ook over gaatjes. Uit het tijdschrift Verena Breien Zomer 2013 heb ik dit modelletje gevist. Ik heb er een garen bij gekozen dat bestaat uit 25% linnen en de rest viscose, een soort bandjesgaren maar wel vrij dun. Omdat het al september was had ik geen gloeiende haast om hieraan te beginnen maar nu wordt het wel tijd. Het garen breit erg prettig juist omdat het linnen is.
Het modelletje wordt van boven naar beneden gebreid en vanaf de armsgaten doe ik het dus heerlijk in het rond. Af en toe een minderingetje voor de taille, en doorsteken maar!
Hier is het resultaat tot zover: ik brei op mijn nieuwe Knitpro rondbreinaalden op 4 mm. Dus dat schiet relatief wel op. Met dit gladde garen hebben de gaatjes de neiging behoorlijk groot te worden. En nu ik nog eens goed naar het plaatje kijk besef ik dat ik de gaatjesrij bij de raglan mouwnaad over het hoofd heb gezien. Nou ja, jammer dan! Voor sommige vergissingen ga je alles uithalen, maar niet voor deze!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten