DE BREILAP VAN OMA LENA ( 19)

Al eerder, namelijk hier, hebben wij een blaadjes motief gebreid. Toen al kwam naar voren dat er op het concept 'blaadjes' eindeloos veel variaties zijn. Vandaag krijgen we dus een andere versie.

voorkant

achterkant

Ook deze is niet letterlijk terug te vinden in mijn stekengidsen, dus ik zal weer eens mijn best doen om voor jullie uit te zoeken hoe dit moois tot stand kan komen.
Zo op het eerste gezicht zie je al dat in elk blaadje vier lagen ajourgaatjes zitten (voor die vierde moet je wel heel goed kijken maar die zitten er echt). Die gaatjes zorgen voor de breedte ontwikkeling van de blaadjes, worden niet gecompenseerd door
minderingen ernaast of elders in de naald, en het ligt dan ook voor de hand dat het stekenaantal steeds gaat wisselen. De ruimte komt er middenin de blaadjes bij, en gaat er later aan de buitenkant weer af.
Een kijkje aan de verkeerde kant van dit motief is ook verhelderend:
Je zou het aan de voorkant gezien niet denken, maar het tussenpaneel van averechte steken (die je natuurlijk op de achterkant als rechte steken ziet) blijft de hele tijd dezelfde breedte: 5 steken.

Na deze analyse blijft er eigenlijk niet heel veel moeilijks over. We moeten nog wel even kijken of we uitkomen met het stekenaantal van 26 waar we intussen op uitgekomen waren.
Elk blaadje begint met een steeltje van 1 steek breed, er zijn drie blaadjes, en vier paneeltjes van elk 5 steken breed. Ik kom uit op een totaal van 4x5+3 = 23. We moeten dus drie steken wegwerken.

Op de foto hiernaast kun je zien dat dit gedaan is door drie maal twee steken samen te breien. Je kijkt hier tegen de verkeerde kant van het werk aan en daarom weet ik dus dat het aan het eind van de eerste naald van dit motief gedaan is. De drie minderingen zitten dus op een kluitje en geven daarom een onregelmatigheid in het breisel. Voor een oefenlapje is dat natuurlijk helemaal niet zo erg maar mijn motto is toch "als het de moeite waard is om te doen, kun je het net zo goed meteen goed doen", dus zou ik deze minderingen zelf liever wat onzichtbaarder wegwerken. Dat doe je door ze regelmatig over de naald te verdelen. Dus 1 keer in het eerste groepje averechte steken, 1 keer in groepje 2 en 1 keer in groepje 3.
Mocht je nu door een of ander ongelukje een ander aantal steken hebben overgehouden na het vorige motief, dan weet je nu ook hoe je dat kunt oplossen. Had je bv 25 steken, dan hoef je er maar twee weg te werken, en dat kan dan mooi door in elk van de twee buitenste paneeltjes 2 steken samen te breien; en had je er per ongeluk eentje extra (27 dus), dan moeten er nu vier weg, en doe je in elk paneeltje averechte steken een mindering.

Vanaf hier is het eigenlijk niet moeilijker dan de blaadjes van aflevering 13. Tel je steken alleen in naald 16 van dit motief; dan moeten het er 23 zijn. Alle andere naalden hebben een ander stekenaantal.

Naald 1: *2 averecht, 2 av samenbreien, 2 averecht, omslag, 1 recht, omslag*, herhaal van * tot * nog 2 maal, eindig met 5 av. NB denk bij de omslagen tussen een rechte en een averechte steek aan wat ik daar hier over heb opgemerkt.
Naald 2 en alle volgende teruggaande naalden: brei alle steken zoals ze zich voordoen, brei averecht in de omslagen
Naald 3: *5 averecht, 1 recht, omslag, 1 recht, omslag, 1 recht*  brei nog 2 maal van * tot *, eindig met 5 averecht
Naald 5: *5 averecht, 2 recht, omslag, 1 recht, omslag, 2 recht*  brei nog 2 maal van * tot *, eindig met 5 averecht
Naald 7: *5 averecht, overhaling, 2 recht, omslag, 1 recht, omslag, 2 recht, 2 recht samenbreien*  brei nog 2 maal van * tot *, eindig met 5 averecht
Naald 9: *5 averecht, overhaling, 3 recht, 2 recht samenbreien*  brei nog 2 maal van * tot *, eindig met 5 averecht
Naald 11: *5 averecht, overhaling, 1 recht, 2 recht samenbreien*  brei nog 2 maal van * tot *, eindig met 5 averecht
Naald 13: *5 averecht, dubbele mindering*  brei nog 2 maal van * tot *, eindig met 5 averecht
Over de dubbele mindering heb ik hier geschreven.

Herhaal naald 1 tm 14 nog eenmaal em sluit af met 4 naalden averechte tricotsteek.