zaterdag 5 april 2014

DE BREILAP VAN OMA LENA 7

Het is een drukke week geweest met veel buitenbreise activiteiten. Af en toe moet er ook gewoon geld verdiend worden, anders rookt de schoorsteen niet. En sommigen van mijn lezers weten ook dat het bovendien op muzikaal gebied even behoorlijk druk is geweest.
De werkstukken zijn dus niet zo hard opgeschoten, en ook dit blog is er een beetje bekaaid vanaf gekomen.
Hoogste tijd om ons weer eens in het breiwerk van Oma Lena te verdiepen.
In de vorige aflevering hebben we gezien hoe een begin gemaakt werd met het breien van ajour (gaatjes). Ik had er niet bijgeschreven dat dit gaatjespatroon weer gevolgd werd door een scheidingsmuurtje van 4 naalden averechte tricotsteek, maar misschien is dat intussen al vanzelfsprekend.


In het volgende gedeelte gaan we weer een stapje verder, en wordt dit gaatjespatroon diagonaal toegepast. Eigenlijk op dezelfde manier als eerder het dubbele boordsteek patroon diagonaal werd toegepast (zie Oma Lena en de breilap deel 4 ). En ja, halverwege zit er een hikje. Ik kan nog niet goed bedenken wat daar bebeurd is.

Net als bij de diagnoale boordsteek wordt ook hier het aantal steken per herhaling veranderd.
Herhaling zegt u? Ja, alweer een veel voorkomende term in breipatronen. In de tijd dat de tekstverwerkers nog niet waren uitgevonden wilde men natuurlijk ook al efficient omgaan met tijd en moeite. Als dezelfde combinatie van steken steeds weer terugkomt in een naald (of dezelfde combinatie van naalden steeds in een patroon), schrijft men dat niet helemaal uit, maar geeft men met behulp van een of meerdere sterretjes*
aan welke steken (of naalden) een aantal malen achter elkaar gebreid moeten worden. Dit geldt zowel voor geschreven patronen als voor grafische schema's, waar we later nog wel eens aandacht aan zullen besteden.

Bij de diagonale boordsteek veranderde 2 recht, 2 averecht in 3 recht, 3 averecht, die vervolgens in elke heengaande naald een steek naar links versprongen.
In het diagonale gaatjespatroon gaat het herhalende motief niet meer over 3 maar over 4 steken.

En er wordt nog een nieuwe techniek geïntroduceerd: de overhaling. Tijd voor wat hogeschool theorie.
Eerder hebben we voor de extra steek van de omslag die nodig was voor het gaatje, gecompenseerd door het samenbreien van twee steken: van links naar rechts insteken in twee steken tegelijk. Op deze manier komt na het breien de linker steek over de rechter heen te liggen. Eigenlijk zag je die onderste (rechter) steek niet meer zo naast het gaatje, maar als je goed kijkt is het weefsel aan die kant wel wat dikker.

Er is ook een manier om de rechter steek bovenop de linker te laten liggen. En omdat onze diagonaal van gaatjes ook naar links gaat, vormt dat een sierlijke rand langs de gaatjes.
We bereiken dit effect door het maken van een Overhaling. Er zijn verschillende manieren om dit te doen.

De meest eenvoudige manier: neem de eerste steek (van de twee die je gaat minderen) zonder te breien van de linkernaald over op de rechternaald; brei de tweede steek; daarna steek je met je linkernaald in de 'afgehaalde' steek, haalt die over de laatste heen en laat hem van de naald vallen. Je hebt nu één steek geminderd om te compenseren voor de omslag van het gaatje. Zoals in het plaatje hieronder te zien is heeft de nieuwe steek twee 'sjaaltjes'.

Om het diagonale gaatjespatroon van de breilap na te maken brei je als volgt:
Naald 1: kantsteek, 1 recht, *1 omslag, 1 overhaling. 2 recht *. Herhaal van * tot * tot het eind van de naald,
Naald 2 en alle volgende teruggaande naalden: kantsteek, brei alle steken (ook de omslagen) averecht tot het eind van de naald.
Naald 3: kantsteek, 2 recht, *1 omslag, 1 overhaling, 2 recht *. Herhaal van * tot * tot het eind van de naald.
Naald 5: kantsteek, 3 recht, *1 omslag, 1 overhaling, 2 recht *. Herhaal van * tot * tot het eind van de naald.
Naald 7: kantsteek, 4 recht, *1 omslag, 1 overhaling, 2 recht *. Herhaal van * tot * tot het eind van de naald.
Naald 9 = naald 1.
Ik tel in de hoogte 14 gaatjes, dus gaat dit deel van de breilap over 28 naalden.
Uiteraard weer gevolgd door vier naalden averechte tricotsteek.

O, nog een kleine tip: het kan bij dit soort werk absoluut geen kwaad om regelmatig te controleren of het aantal steken nog klopt!

Intussen ben ik best benieuwd of er mensen zijn die meebreien met deze meer dan honderd jaar oude breilessen. Ik beantwoord eventuele vragen graag, en als er misschien foto's zijn van mensen die hieraan begonnen zijn, plaats ik ze hier misschien wel!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten