Het allereerste gedeelte van het patroon was bij iedereen goed gelukt: een boordje van 4 cm, waarin op het juiste plekje ook een knoopsgat terecht was gekomen.
Het patroon schrijft voor om vanaf dat moment over te stappen op de dikkere naalden. Als je breit met een verwisselbare rondbreinaald is de verleiding groot om meteen allebei de naaldjes te verwisselen. Uit ervaring kan ik jullie zeggen dat dat niet handig is. Tijdens het breien moeten de steken WAARIN je gaat breien op een naald schuiven die een maat dikker is dan de maat waarmee ze gemaakt zijn. Dat wordt op zijn minst een moeizame zaak. Zou je breien met vaste rondbreinaalden, dan brei je de eerste naald met je dikkere maatje je steken ook van de dunnere naald af. Datzelfde moet je doen met je verwisselbare rondbreinaald. Dus .. het tweede naaldje verwissel je pas als je je eerste naald helemaal hebt uitgebreid. Hierbij maakt het geen verschil of je rondbreit of heen en weer!
De volgende patroonopdracht was: brei met de dikkere naalden een ribbel en minder verdeeld over de naald (bij mij) 2 steken. Omdat je een ribbel breit (teruggaande naald ook recht, of bij rond breien de tweede ronde averecht) zie je aan de goede kant van het werk niet zoveel terug van deze minderingen. Daar hoef je dus niet moeilijk over te doen: gewoon twee recht samenbreien. Maar waar? Verdeeld over de naald is nogal vaag. Mij leek het wel handig om dit zo'n beetje op de plaats van de (in dit vest niet bestaande) schoudernaden te doen, dus grofweg op 1/4 en 3/4 van het aantal steken.
Waarom eigenlijk 2 steken minderen? Om het aantal steken passend te maken voor het volgende gedeelte. Oftewel: anders komt het straks niet uit.
Dit is een heel stuk tekst maar het typen gaat altijd nog sneller dan deze twee naalden breien, het aantal steken is tenslotte niet gering!
Ja, dan komt in het patroon een volgeschreven gedeelte met veel tekst en cijfers, sterretjes en liggende streepjes. Daar raak je nogal makkelijk de weg in kwijt. Aangezien we dit patroon toch van internet hebben gedownload is het mijn gewoonte om daar korte metten mee te maken. Voordat ik het ga uitprinten plak ik het in mijn tekstverwerker, en zorg ik dat in ieder geval elke nieuwe zin op een nieuwe regel begint. En ook binnen de zinnen kun je best nog wat meer onderscheid maken tussen bepaalde tekstgedeeltes zodat je gemakkelijker kunt volgen wat er aan de hand is.
Kijk maar eens naar het verschil tussen:
Ga verder als volgt – aan de goede kant: Brei 5 steken
ribbelsteek, 11-12-13-15-16-18
recht, *1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3 keer, 1 recht, * 1
omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3 keer (= deze 7 steken worden
13 steken), 18-20-20-18-20-16,
*1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3 keer, 1 recht, * 1 omslag,
1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3 keer, 22-24-26-30-32-36 recht, * 1 omslag, 1 recht *,
herhaal van *-* in totaal 3 keer, 1 recht, * 1 omslag, 1 recht *, herhaal van
*-* in totaal 3 keer, 18-20-20-18-20-16
recht, *1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3 keer, 1 recht, * 1
omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3 keer, 11-12-13-15-16-18 recht en 5 steken
ribbelsteek = 142-150-154-158-166-166
steken.
|
en deze versie (waarin ik ook de stekenaantallen voor mijn eigen maat heb gemarkeerd:
Ga verder als volgt – aan de goede kant:
Brei 5 steken ribbelsteek,
11-12-13-15-16-18
recht,
*1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3 keer,
1 recht,
* 1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3 keer
(= deze 7 steken worden 13 steken),
18-20-20-18-20-16
recht,
*1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3 keer,
1 recht,
* 1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3
keer,
22-24-26-30-32-36
recht,
* 1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3
keer,
1 recht,
* 1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3
keer,
18-20-20-18-20-16
recht,
*1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3 keer,
1 recht,
* 1 omslag, 1 recht *, herhaal van *-* in totaal 3
keer,
11-12-13-15-16-18
recht
en 5 steken ribbelsteek = 142-150-154-158-166-166 steken.
|
De leesbaarheid van een patroon kun je op deze manier enorm verhogen. Verdwalen doe je veel minder snel.
Je ziet wel dat er nog steeds flink wat geteld moet worden onderweg. Hier komen de steekmarkeerders weer van pas, de modelletjes "veiligheidsspeld" die je in mijn vorige post gezien hebt. Voordat we begonnen met het breien van deze ingewikkelde instructie hebben we eerst op de belangrijke punten een markeerder tussen de steken op onze breinaald gehangen. Dus na 5 steken om de overgang van knopenbies naar voorpand te markeren (die zat er nog van toen we de boord aan het breien waren); 13 steken verderop (zodat we lekker rustig aan onze 13 steken recht kunnen breien. Dan staat er na al dat gedoe met omslagen en sterretjes iets tussen haakjes: 7 steken worden er 13. Dat helpt! Met deze steken is dus gedoe, maar daarna komt er weer iets nieuws: 7 steken verderop is het dus tijd voor een markeerder. Weer eentje na de 20 steken recht, etc. In totaal kwamen er 10 markeerders tussen de steken te hangen. Met het breien was het daardoor al een stuk relaxter; al blijft oplettendheid natuurlijk wel geboden aan welk stuk je bezig bent, en hoe je steeds die 7 steken in 13 moet omtoveren. Dat laatste gebeurt vier keer!
Over gedraaid averecht breien in de omslagen zal ik maar even niet beginnen. Dat is gewoon heel vervelend en daar heb ik ook geen truukjes voor.
Na deze exercitie moesten 8 van de 10 steekmarkeerders op een vergelijkbare manier worden verzet om het breien van de kabelpanelen voor te bereiden. Ik zweer erbij! Zelfs als je breit zonder te kijken worden je vingers vanzelf gewaarschuwd dat het even tijd is om op te letten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten