maandag 12 december 2016

DRIJFHOUT

Ja dat klinkt als iets wat niets met breien te maken heeft. Maar niets is minder waar. Het is de naam van het patroon waar ik zo naar heb uitgekeken. DRIJFHOUT van Isabelle Kraemer. Te vinden hier op Ravelry.
Op de breibeurs in Zwolle heb ik het garen gekocht. Evenals het patroon.
Het patroon vraagt om garen van ongeveer sokkenwol dikte. Nu ga ik geen trui breien van sokkenwol, ik wilde graag iets meer luxe, want ik hoop van deze trui heeeeel erg lang plezier te hebben en dan mag het mooier, zachter en dan is een beetje meer betalen ook niet erg.
Het patroon schrijft een garen voor van 75% wol met 25% zijde, en een looplengte van 575 meter/100 gram. Zoiets moois heb ik ter plekke niet gevonden, maar er was genoeg ander moois te vinden.
Merino Soft Fine
Het is een prachtig merino garen geworden: MerinoSoftFine van de Belgische "jongens" Bart&Francis. Volgens Bart (of Francis???) een uitstekende vervanging van het garen dat werd voorgeschreven door het patroon. Mijn garen heeft volgens opgave op het bandje een looplengte van 500 meter/100 gram, je zou zeggen dat het dan iets dikker uit zou moeten breien, ofwel minder steken per 10 cm. Maar je moet natuurlijk altijd een stekenproef doen.

Een mooie gelegenheid om even uit te weiden over dit verschijnsel, zoals ik al eerder had beloofd.

Een stekenproef is een proeflapje dat je maakt volgens opgave in het patroon. Er staat altijd bij of het in tricotsteek moet, of in een bepaald stekenpatroon dat voor het werkstuk wordt gebruikt.
Om te beginnen kijk je natuurlijk naar het wikkel van je garen. Daar staat in 99% van de gevallen een symbooltje op met een aanbeveling voor de naalddikte, en voor de aantallen steken en naalden die 10 cm in beslag zouden moeten nemen. Zoiets als dit bijvoorbeeld:
Symbooltje over naalddikte
Symbooltje over stekenproef
Dit is afkomstig van een Duits garenmerk. Dus 23 M betekent 23 steken, 28 R betekent 28 naalden. Je mag er dus van uit gaan dat dit garen er gemiddeld het beste uit komt te zien als je een steekverhouding hebt van 23 steken en 28 naalden per 10 centimeter. En dat de gemiddelde breister dat met naalden van 2,5 tot 3,5 mm dikte wel bereikt. Maar omdat niet iedereen even strak breit, en er een flink verschil valt waar te nemen tussen een breisel met naalden 2,5 of met 3,5 moet je toch nog eerst aan de slag om te bepalen wat precies voor jou van toepassing is.
Hoewel de aantallen steken en toeren worden aangegeven per 10 cm, zorg je ervoor dat je je proeflapje altijd nog flink wat breder en hoger maakt. Je meest regelmatige steken zitten namelijk in het midden, en je wilt geen berekeningen maken op basis van onregelmatig werk. Dat zou gegarandeerd leiden tot afwijkingen in je uiteindelijke werkstuk.
In het bovenstaande geval zet ik dus minstens 40 steken op voor mijn proeflapje. Of ik kies voor de dunste of de dikste naald die wordt aanbevolen, hangt ook een beetje af van mijn project. Moet het soepel vallen (bijvoorbeeld een sjaal) of juist een stevig breisel worden (zoals een sok). En ook de hoogte moet minstens 40 naalden worden, zodat ik aan alle kanten voldoende overhoud om meetfouten zoveel mogelijk te vermijden.
Meetmalletje
Heb je je proeflapje gebreid, dan kun je gaan meten. Een malletje zoals hierboven, met een uitsnede van 10x10 cm, is natuurlijk erg handig. Je legt het malletje op je proeflapje en kunt dan V-tjes gaan tellen om precies te ontdekken hoeveel steken en hoeveel naalden er binnen het kader vallen. Zorg ervoor dat je je breiwerk hierbij niet uitrekt. Soms is het zelfs belangrijk om het proeflapje eerst even nat te maken en een dagje ontspannen te laten drogen voordat je een betrouwbaar meetresultaat kunt verkrijgen.
Heb je zo'n malletje niet, dan is er ook geen nood. Zorg dat je een stevige meetlat gebruikt (oprolbare huishoudcentimeters hebben de naam niet 100% nauwkeurig te zijn). Leg je proeflapje op een vlakke ondergrond, steek er een speld in op 0 cm en op 10 cm, en tel het aantal V-tjes.

Mijn patroon gaat uit van een steekverhouding van 22,5 steken per 10 cm op de dikste naald. Bij mij kwam het proeflapje uit op 28 steken/10 cm. Ter vergelijking: op het bandje van een willekeurige bol sokkenwol staat dat ook, maar dan is de looplengte 420 meter. Zo zie je maar, het kan met die getallen alle kanten op, dus een proeflapje is zeker geen overbodige luxe als je controle wilt hebben over je eindproduct.

Afijn. Omdat ik toch vastbesloten was om DIT patroon met DIT garen te breien zat er niets anders op dan eens flink aan het rekenen te slaan. Anders zou mijn truitje veel te smal worden, ga maar na: in het patroon gaan ze ervan uit dat 22,5 steken een breedte van 10 cm oplevert, bij mij is dat maar ongeveer 8 cm. Bij een omtrek die volgens het patroon 1 meter zou moeten zijn, is dat bij mij dan 80 cm. Gaat zeker niet passen!!!
De gedachtegang gaat ongeveer zo:
Ik ga voor 10 cm 28 steken nodig hebben in plaats van 22,5. Dus moet ik alle stekenaantallen eerst delen door 22,5, en dan vermenigvuldigen met 28.
Als het patroon me zegt dat ik moet beginnen met 42 steken op te zetten, moet ik dat aantal eerst delen door 22.5 (=1,866666) en de uitkomst weer vermenigvuldigen met 28 (=52,26)
Of... ik zorg voor een vaste rekenfactor: 100%:22,5x28=124,4%. Oftewel vermenigvuldigen met 1,244.
Anders bekeken moet ik bij elk stekenaantal dus (ietsje naar boven afgerond) een kwart van het aantal extra doen. Dat rekent alweer een stuk makkelijker.
Uiteraard moet niet alleen het aantal steken op de naald worden vermeerderd met de uitgerekende factor, ook de hoogte van mijn steken komt niet overeen met de stekenproef. Gelukkig wel ongeveer in dezelfde verhouding. Voor mij betekent dat, dat schuine lijnen zoals bijvoorbeeld regelmatige meerderingen of minderingen in hetzelfde ritme kunnen worden gedaan, maar dan wel 25% langer moeten worden volgehouden. Meerderingen in 'stappen' moet ik dan weer met verstand uitrekenen, zodat bijvoorbeeld de gebogen halslijn ook met mijn stekenaantallen weer een mooie bocht oplevert.

Gelukkig heb ik een truitje uit mijn kast kunnen plukken dat goed zit en mooi aansluit, en daar leg ik regelmatig mijn Drijfhout op om te zien of het allemaal nog klopt. Zo hoop ik te bereiken dat mijn Drijfhout geen Wrakhout wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten