Wat zegt mijn breigids uit de 70er jaren erover? Niets. Maar ik kan me niet voorstellen dat het een uitvinding van de laatste tijd is.
Mijn breigids uit 2009 300 Breitips & Technieken (rechtstreeks vertaald uit het Engels) noemt het in de inhoudsopgave 'verkorte toeren' maar in de tekst zelf gaat het weer over rijen. Een voorbeeld van een inconsequente vertaling dus, maar die toeren klinken in mijn oren wel prettiger.
Nog prettiger klinkt het volgende: "De techniek wordt ook wel 'gedeeltelijk breien' genoemd, en werkt geweldig voor discrete krommingen of zwakke hoeken bij delen die verder recht zijn". Dit doe je bijvoorbeeld om een kledingstuk een goede pasvorm te geven (denk aan kragen of aan coupe naden).
Waar het op neer komt is dat het soms nodig is dat je niet tot het eind van de naald breit, maar heen-en-weer breit over slechts een deel van het totale aantal steken. Dit kan voorkomen in een vlak breiwerk (waar je dus al de hele tijd heen en weer breit) of in een rondbreiwerk.
Waarom deze preek? Ik ben toch maar weer begonnen met iets nieuws, ook al is het vorige nog niet helemaal af. Hier vertelde ik dat ik op de Brabantse Breidagen was geweest. Wat ik daarbij nog niet had vermeld is, dat ik daar ook een streng sokkenwol heb gekocht (maar dan wel op basis van Merino). Handgeverfd in prachtige groene en paarse kleuren. Het label vermeldt Oregano - Kardinaal, dus ik denk zo dat het met plantaardige materialen geverfd is. Ga beslist eens kijken op de website van dit atelier; helaas
heb ik geen foto gemaakt van mijn streng, en is deze kleur op het moment van schrijven van dit blog ook niet bij hen op de site te zien, maar .... smullen! In het echt zijn de kleuren net ietsje stralender dan hier op de foto.
Op de streng is de kleurverdeling als vlakken herkenbaar. Wanneer de streng is opgekluwd oogt het meteen al heel anders: een bonte mengeling van kleurfragmenten. En wanneer je het opbreit krijg je alweer een heel ander effect, afhankelijk van de gebruikte patronen en technieken.
Deze foto is van de website, maar laat wel duidelijk zien hoe het effect is van het kleurverloop in deze sjaal.
Het effect lijkt nogal op pauwenveren, en volgens mij was dat ook precies de bedoeling.
Dit effect wordt bereikt met de techniek van de verkorte toeren.
Veer voor veer wordt gevormd door heen en weer te breien over een steeds wisselend aantal steken. In de eerste helft van de veer brei je telkens meer steken heen dan terug. In de tweede helft juist andersom.
Elke volgende veer heeft een startpunt dat ten opzichte van de vorige veer 6 steken is verschoven, dat veroorzaakt de waaiervorm.
Er is in dit werkstuk dus geen enkele naald die van voren tot achteren in één keer wordt uitgebreid. Het idee kun je zien op bijgaande illustratie.
Nu is het natuurlijk de kunst om dit onzichtbaar te doen. Wanneer je halverwege de naald omdraait en de andere kant op gaat breien, wil je niet dat daar een gat ontstaat. En precies daarin voorziet de techniek van de verkorte toeren, door het omwikkelen van de steken. In de Engelse breilitteratuur wordt dat Wrap and Turn genoemd, afgekort als W&T.
Deze techniek werkt als volgt:


3. Haal de draad tussen de naalden door de andere kant
4. Zet de afgehaalde steek weer terug op de linkernaald (opnieuw zonder te draaien)
5. Keer het werk.
6. Begin de teruggaande naald met het breien van de steek die als laatste gebreid was

Bij mijn Pincha sjaal is dat laatste allemaal niet nodig, omdat het hele werkstuk in ribbels gebreid is. Tussen al die andere dwarsdraadjes valt mijn sjaaltje helemaal niet op!
En zie je hoe mooi het kleurverloop de verschillende breirichtingen accentueert?
De techniek van de verkorte toeren heb ik ook toegepast in een project van een aantal maanden geleden: de polswarmers met ingebreide kralen. Hier kun je daar meer over lezen. En ook hier in het dwarsgebreide minirokje heb ik deze techniek gebruikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten