vrijdag 15 mei 2015

DE BREILAP VAN OMA LENA (22)

Hebben jullie me gemist vorige week?
Tja dat krijg je als er een week flink gemusiceerd moet worden.
En dat moest!! Ik heb me een hele week lang 's morgens, 's middags en 's avonds ondergedompeld in het maken van (zingen en op de dwarsfluit) en luisteren naar barokmuziek van diverse componisten. Dit alles opgeleukt met vol pension verzorging en een heerlijk groene omgeving om doorheen te struinen in de weinige vrije uurtjes. 
Toch ook nog een beetje gebreid tussendoor, want een inktvisje-in-wording is makkelijk mee te nemen, het patroon ken ik intussen uit mijn hoofd, en het is toch wel leuk als daar een beetje schot in zit. Ik neem me voor om na de zomer een reunie te organiseren met de inktvis-dames, en dan plannen te maken voor het inleveren van een inktvissenlegertje!!!
Andere projecten zijn vanzelfsprekend wat minder aan bod gekomen, dus wordt het gewoon weer eens tijd om een aflevering aan de Breilap van Oma Lena te wijden. 

Op het eerste gezicht zou je zeggen: blaadjes, maar als je goed kijkt is er toch iets anders aan de hand.
De figuurtjes die in rechte steken op de averechte achtergrond liggen, hebben een kant MET en een kan ZONDER minderingen. Ook zie je bij het gaatje aan de onderkant van elk motiefje, dat alle extra steken er in 1 keer bijgemaakt worden, een beetje als de basis van een driehoek. 
Ik vind het dus eerder Zeiltjes dan blaadjes. 
We hebben hier vier motieven met aan de beide buitenkanten nog een aantal steken averechte achtergrond. 
Alle averechte banen bestaan uit 5 steken, en lopen rechtstreeks door vanuit het averechte tricotgedeelte ervoor. Als het goed is stonden er 23 steken op de naald, er moet dus aan weerskanten 1 steek worden bijgemaakt. Dat doe je door na de eerste en vóór de laatste steek elk een tussenlusje gedraaid te breien. Dat heb ik hier al eens uitgelegd. 
De Zeiltjes komen er dus helemaal extra tussenin. En hoe zou Oma dat nou gedaan hebben? 
Wat je wel ziet (en hier op de detailfotohier rechts wordt dat nog eens extra duidelijk) is, dat het tussenlusje tussen de steken hier niet gebruikt is. Er is dus sprake van een omslag.
Ik ga ervan uit dat die in de heengaande naald is gemaakt (zonder de in ajourwerk gebruikelijke mindering), en dat in de teruggaande naald in deze omslag 5 steken zijn gebreid. En die steken moeten daar dus averecht gebreid worden om er aan de goede kant als rechte steken uit te zien.
Hier links zie je mijn eigen poging: 
Hoe je dat voor elkaar krijgt?

Brei in de omslag 1 steek averecht (maar laat de steek NIET van de naald glijden!!!), sla de draad een keer extra om de naald, brei opnieuw 1 averechte steek in die eerste omslag (weer zonder de steek van de naald te laten glijden), sla opnieuw de draad extra om de naald, brei een derde averechte steek in dezelfde omslag, en laat nu de steek van de naald glijden.




Op de foto's hiernaast zie je hoe dat ongeveer in zijn werk gaat:

Hier sta ik op het punt om in de omslag 5 averechte steken te gaan maken.


Op de tweede foto is dat zojuist gebeurd, en is ook de eerstvolgende rechte steek gebreid.


En op de derde foto zie je hoe het er op dat moment uitziet aan de goede kant van het werk (onthoud dat je met een teruggaande naald bezig was).

Hier zie je een duidelijk Youtube filmpje met Engels commentaar waarin dit gedemonstreerd wordt. Let er wel op dat in het filmpje deze steken recht worden gebreid, terwijl wij het in de teruggaande dus averechte naald voor elkaar moeten proberen te krijgen!!


In de volgende heengaande naalden worden de steken van het Zeiltje één voor één weer weggeminderd.
Heb je er een gewoonte van gemaakt om regelmatig je steken te tellen? Zorg dan dat je dat doet in naald 11 of 12, dan hoort het aantal steken netjes 25 te zijn. In de tussenliggende naalden is het aantal steken telkens weer anders.
In naald 1 maak je 4 x  1 omslag: 25 + 4 = 29 steken.
In naald 2 worden er uit elke omslag 5 steken gebreid 4 x 4 = 16 steken erbij; totaal dus 45. In de naalden 3, 5, 7 en 9 worden er elke keer weer 4 steken weggeminderd; het stekenaantal is dus resp 41, 37, 33, 29 om in naald 10 weer uit te komen op 25.

Hoe gaat de patroonbeschrijving er nu dus uitzien?
Nld 1: Kantsteek, M1, 3 av, *omslag, 5 av*, herhaal van * tot * nog 2 x, omslag, 3 av, M1, 1 av. DEZE MEERDERINGEN WORDEN ALLEEN IN DE EERSTE PATROONHERHALING GEBREID
Nld 2: Kantsteek, brei alle steken recht MAAR brei in elke omslag 5 st av. 
Nld 3: Kantsteek, 4 av, *overhaling, 3 r, 5 av*, herhaal van * tot * nog 3 x
Nld 4, 6, 8, 10, 12: Brei alle steken zoals ze zich voordoen.
Nld 5: Kantsteek, 4 av, *overhaling, 2 r, 5 av*, herhaal van * tot * nog 3 x
Nld 7: Kantsteek, 4 av, *overhaling, 1 r, 5 av*, herhaal van * tot * nog 3 x
Nld 9: Kantsteek, 4 av, *2 av samenbreien, 5 av*, herhaal van * tot * nog 3 x
Nld 11: Kantsteek, ale steken averecht
Herhaal de nld 1 - 12 nog 2 maal.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten